Als ware het de viering van het 1e lustrum, nam de gemeente Zevenaar deze week voor het eerst in 5 jaar zelf het initiatief om samen met omwonenden en initiatiefnemer Kaplan over Stationsplein 13 face-to-face te spreken. Het was immers precies 5 jaar geleden dat in december 2015 het vorige college van B&W toestemming gaf om Stationsplein 13 door Kaplan te laten ontwikkelen.
Gedwongen door corona werden delegaties van partijen vanzelfsprekend beperkt en is de bijeenkomst na het afkondigen van de extra landelijke maatregelen ook omgevormd tot een e-meeting.
Bij omwonenden waren de verwachtingen hooggespannen maar tijdens de vergadering werden alleen procedurele en bestaande standpunten gedeeld en werd het vooral een informerend overleg.
De gemeente erkende dat omissies waaronder een verbeterde onderbouwing moeten worden hersteld. Ze gaven aan geluisterd te hebben en zich niet te beperken tot de door de rechter genoemde kleinere procedurele punten maar dat bij de ontbrekende belangenafweging o.a. ook de typering van de woonwijk en de horeca-toets behoort.
De vertegenwoordigers van Kaplan vonden dat met de aanpassingen in 2019 flinke stappen waren gezet.
Volgens omwonenden zijn deze wijzigingen echter onvoldoende en vinden ze een gebouw met een derde vierkante bouwlaag en zelfstandige horeca op deze plek niet aanvaardbaar. De buurtvertegenwoordigers zijn niet verder ingegaan op kleinere aanpassingen of invullingen zolang de bovengenoemde hoofdpunten nog op tafel liggen. Ook vinden ze dat uitspraken die nu worden gedaan zoals over het schrappen van het terras niet juridisch zijn geborgd.
Voorzitter wethouder Hans Winters gaf aan dat zowel gemeente als Kaplan nog huiswerk moeten doen. Hij sprak de hoop uit dat vanaf nu partijen meer laagdrempelig en op goede voet met elkaar verder kunnen praten.
Er is een vervolg-bijeenkomst aan het begin van 2021 afgesproken en de gemeente zal daarvoor gewijzigde en aanvullende documenten eerdaags delen. Dat wordt voor omwonenden dan hopelijk het 1e echt inhoudelijk gesprek. Het ligt niet in de verwachting dat het ook meteen de laatste zal zijn.
In de tussentijd is het de verwachting dat de rechtbank in januari of februari een vooraankondiging voor een beroepszitting zal uitsturen.