Screen_Shot_2019-05-22_at_20.28.24.pngWellicht is dit milieu-aspect het minst interessant i.v.m. bezwaren van de omwonenden maar toch valt het op als het meest niets-zeggend onderwerp in de Ruimteljke Onderbouwing, paragraaf 4.10.

Paragraaf 4.10.1 begint met een uitvoerig en vaag verhaal over de Europese en Nationale richtlijnen waarbij ook nog aan een inmiddels jaren oud Nationaal Waterplan wordt gerefereerd. Het meest recente plan is het Nationaal Waterplan 2016-2021 maar de schrijver van het RO is dat blijkbaar ontgaan.

Paragraaf 4.10.2 ontbreekt volledig dus hebben we geen idee wat daar in had kunnen staan.

Paragraaf 4.10.3 gaat over kansen, uitgangspunten en "... het streven naar een gescheiden rioleringstelsel ..." maar het komt uiteindelijk niet tot concrete maatregelen. Sterker nog, er wordt gerefereerd aan een vrijstelling van 500 m2 dus hoeft er blijkbaar uiteindeljk niets te worden gedaan zoals een aparte waterberging. Bovendien wordt gesteld dat "... de bodem geschikt is voor het infiltreren van water ... ". Ook dit is apert onjuist vanwege de eigen conclusie dat de grond na 1 1/2 meter (bouw)zand vooral uit meerdere meters klei bestaat waar water dus niet of nauwelijks  doorheen kan sijpelen en worden gefilterd. Onderzoek van de TU-Delft uit 2009 i.s.m. Fugro en Deltares laat ook zien dat juist in dit plangebied de kleilaag extreem dik is. 

Ook wordt in de RO nog gesteld dat de bodem van het perceel geschikt is voor het infiltreren van water maar het perceel wordt voor > 90% bebouwd dan wel verhard aangelegd met terras of parkeerplaatsen. Dus waar gaat dat hemelwater dan naar toe? De plannenmakers hebben in ieder geval geen idee.

Opmerkelijk in dit verband is ook dat juist de gemeente Zevenaar zich sterk maakt voor een adequate opvang van hemelwater op de eigen percelen met voldoende groen van de inwoners en zeker bij nieuwbouw. "Tegels eruit, planten erin" heet dat in beleidstermen, ook in Zevenaar. In de RO wordt dit punt volstrekt genegeerd.