Meningen en feiten (2): De voorzieningenrechter
Tijdens de zitting van de voorzieningenrechter op 1 september j.l. is er een groot aantal onderwerpen besproken. Naast de in de schriftelijke uitspraak met name genoemde gebreken (onvolledig dossier, ontbrekende belangenafweging, foute parkeerplaatsen berekening) zijn o.a. de bezwaren over de massaliteit, horeca, privacy, terras en buurt-typering uitgebreid behandeld.
De rechter constateerde tijdens de zitting t.a.v. deze laatst genoemde onderwerpen behoorlijke inhoudelijke en juridische discrepanties in en m.b.t. de Ruimtelijke Onderbouwing, Bestemmingsplan / Welstandsnota en de Centrumvisie. In onze verslaglegging staat een quote van de rechter over de tegenstellingen genoteerd: “Ik kom er niet uit. Ik moet er op studeren.”. Met name met deze documenten zou de gemeente immers al moeten verantwoorden waarom een flatgebouw met horeca in deze omgeving zou passen.
De rechter heeft ons als omwonenden tijdens de zitting gevraagd of ze een definitieve uitspraak mocht doen. Wij zijn tenslotte de partij die om de voorziening had gevraagd. Normaal gesproken is een definitieve uitspraak niet de taak van een voorzieningenrechter maar ze zag in eerste instantie een kans een bodemprocedure te voorkomen.
Na een korte onderbreking voor overleg voor ons hebben we daar toestemming voor gegeven. Ook wij zien graag meer tempo in de procedure.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter er toch voor gekozen om die definitieve uitspraak niet te doen. Ze vond het blijkbaar te complex zonder verdere behandeling van alle inhoudelijke punten met afdoende hoor en wederhoor.
In de schriftelijke uitspraak schorst ze derhalve de vergunning voorlopig simpelweg op louter procedurele grond:
- het ontbreken van de juiste documenten in het dossier
- het ontbreken van een belangenafweging
- het ontbreken van de juiste telling voor het aantal parkeerplaatsen
en voegt er aan toe dat “. . . in ieder geval . . .” deze gebreken moeten worden hersteld (voor een juridisch vervolg) daarbij in het midden latend of er niet meer zijn. Deze 3 waren blijkbaar al genoeg om de vergunning voorlopig te schorsen dus daarmee is voor een voorzieningenrechter aan de vraag voldaan. Voor haar was verdere behandeling van meer procedurele of inhoudelijke punten niet meer nodig.
Letterlijk staat in de uitspraak bij de conclusie: “Nu gelet op de voornoemde gebreken aanleiding bestaat om het besluit te schorsen, komt de voorzieningenrechter aan de bespreking van de overige gronden niet toe”.
Alle inhoudelijke punten zijn derhalve door deze rechter naar constructief inhoudelijk overleg tussen partijen en/of een gerechtelijke bodemprocedure verwezen. Het is daarom onbegrijpelijk dat de gemeente met haar beantwoording van de vragen van D66 in haar voorwoord al stelt dat “ … de rechter van mening is dat het college het besluit kan herstellen op de genoemde punten.”.
Dat is een grote misvatting, een “alternatief feit”.
Wordt vervolgd.
Meningen en feiten
Bijna twee weken later dan gebruikelijk, beantwoordde de gemeente Zevenaar uiteindelijk de vragen van D66 Peter Pollmann over de voorlopige schorsing van de vergunning voor Stationsplein 13. Na het tot 3 keer toe lezen van de gemeentelijke teksten, bekroop een wat ongemakkelijk gevoel.
De gemeente zegt een gesprek tussen gemeente, Kaplan en omwonenden in voorbereiding te hebben maar bij het beantwoorden van de inhoudelijke vragen, herhaalt de gemeente slechts haar standpunten zoals eerder beschreven in de Zienswijzennota. De gemeentelijke mening lijkt op voorhand dus behoorlijk onwrikbaar. Het zal moeten blijken.
Erger is nog dat de verwoording van argumenten langs de uiterste rand van de feitelijkheid loopt. Een senior adviseur van de bijna ex-president Trump in Amerika, Kellyanne Conway, muntte direct na de benoeming van haar baas de term “alternatieve feiten”. Ze bedoelde daarmee dat de waarheid wordt bepaald door degene die er naar kijkt en er een verhaal over vertelt. Dat de werkelijke feiten anders zijn, deed er blijkbaar niet toe.
De beantwoording laat op ten minste 3 aspecten zien dat er ook hier sprake is van “alternatieve feiten”. De gemeente probeert hiermee blijkbaar de verslaglegging van de lopende procedure zodanig vast te leggen, dat dit voor een rechter als de waarheid klinkt. Een oud gezegde is immers dat “De geschiedenis wordt bepaald door degene die hem opschrijft”.
Het gaat in deze vooral om de poging van de gemeente haar communicatie met omwonenden positief voor te stellen dan wel te legitimeren, de uitleg omtrent de uitspraak van de voorzieningen-rechter en de “tegemoetkomingen” van de gemeente met het laten aanpassen van het plan. Maar de teksten laten ook op andere onderwerpen de wenkbrauwen regelmatig fronsen.
In de komende artikelen zullen deze onderwerpen aan de werkelijkheid worden getoetst. Hopelijk biedt het een meer gelijkwaardige bodem voor het geplande gesprek. Anders moet een rechter er maar wat van vinden.
Wordt vervolgd.
Gemeenteraad heeft ook vragen
Ook binnen de gemeenteraad van Zevenaar zijn meerdere partijen net zo verbaasd en kritisch over het plan en de gevolgde procedures als de omwonenden van Stationsplein 13. De PvdA en SZ en zelfs de ex-voorzitter van de commissie Ruimte, de CDA'er Henk Visser, zijn al goede voorbeelden maar Peter Pollmann van D66 gaat nog een stap verder.
Eind vorige week heeft hij naar aanleiding van de voorlopige schorsing van de vergunning een aantal schriftelijke vragen aan het college van B&W van Zevenaar gesteld. De vragen hebben betrekking op de door de voorzieningenrechter in de uitspraak en behandeling genoemde onduidelijkheden en gebreken in plan, procedure en gedrag van de gemeente. Ook vraagt D66 naar de eveneens door de rechter geconstateerde onduidelijkheden in de bestaande gemeentelijke plannen en beleid waarbij ook nog soms grote afwijkingen t.o.v. deze plannen niet worden gemotiveerd.
Volgens gemeentelijk protocol moeten de vragen binnen 30 dagen door B&W worden beantwoord. We zijn benieuwd.
Stationsplein 13 in het nieuws
De voorlopige schorsing door de voorzieningenrechter van de vergunning voor Stationsplein 13 heeft de aandacht getrokken van de Gelderlander en Zevenaar Post. Beide kranten hekelen de gemeente Zevenaar. Samengevat: “Het rammelend plan is naar de prullenbak verwezen”.
De Gelderlander laat weten dat de rechter de gemeente Zevenaar op de vingers heeft getikt door het rammelende plan. Zevenaar mag het huiswerk nog eens overdoen. De bouwval, ooit door Gelderlander-lezers verkozen tot “lelijkste plek van de Liemers”, staat volgens de krant al jaren te verkrotten.
Zevenaar Post vindt het bestaande pand ontsierend voor de omgeving en verhaalt dat de teloorgang al in 2008 is begonnen.
Beide kranten laten buurtbewoners aan het woord: “Net als iedere Zevenaarder willen we graag dat er iets moois verrijst maar dan wel graag iets wat past in de parkachtige omgeving zoals Zevenaar het plein bewust heeft vormgegeven. Geen massaal flatgebouw inclusief horeca met problemen zoals privacy, veiligheid en nog meer parkeeroverlast.”
Niet alleen omwonenden laten weten dat de gemeente deze misser had kunnen voorkomen door vroegtijdig de verpaupering aan te pakken. Een lezer van de Gelderlander komt met een voor de hand liggend instrument: “De gemeente had het perceel kunnen kopen, slopen en er een tijdelijk grasveldje op kunnen leggen. Vervolgens kunnen meerdere initiatiefnemers dingen om gunning met het beste plan. Nu is de gemeente gezwicht voor de eerste de beste.”
De Gelderlander heeft wethouder Winters om een reactie gevraagd maar hij laat weten eerst de gerechtelijke uitspraak te gaan bestuderen en praten met de initiatiefnemer en ambtenaren. Wellicht komen buurtbewoners ooit ook nog aan bod.
Het kan nog steeds, ook met het grasveldje.
(hier de links naar de oorspronkelijke artikelen in de Gelderlander respectievelijk Zevenaar Post)
Pagina 5 van 19