In Nederland wordt milieu steeds belangrijker. Niet alleen verandert de mening van burger en overheid versneld maar we wonen vooral in een stad dicht op elkaar. M.b.t. tot het voorgenomen plan van Stationsplein 13 was er op alle milieuaspecten veel rumoer: geur, lawaai, licht en uitzicht, afval, hemelwaterafvoer, parkeren en verkeer. Een gemeente kan zich niet permiteren een plan niet aan haar eigen normen en regelgeving te laten voldoen. Op sommige aspecten zoals afval en parkeren is het plan dan ook noodgedwongen aangepast. Op andere zoals geur, lawaai en uitzicht blijft het ronduit vaag. Voor geur "de afstanden zijn voldoende", voor lawaai "een terras is niet aangevraagd" (staat wel in de RO) en voor uitzicht "de hoogte wijkt niet wezenlijk af" (het pand wordt fors hoger en groeit kwa volume met > 500% t.o.v. het huidige pand!).
Voor bezonning en privacy neemt de gemeente het engst mogelijke standpunt in: "Een bezonningsonderzoek is in het kader van een goede ruimtelijke ordening niet verplicht." en "De afstanden die ingevolge burgerlijk recht gelden voor privacy worden ruimschoots in acht genomen.".
Bijzonder in deze is wel dat het de gemeente zelf is die een bezonningsonderzoek zou moeten gelasten dus "Het is niet verplicht" betekent hier "Het maakt ons niet uit". Verder zegt nota tot 3 keer toe dat "De afstand tot de linker erfgrens bedraagt ruim 5 meter". Dit is al apert onjuist en het is merkwaardig dat er met de maatvoering wordt gemarchandeerd maar het gaat er de gemeente blijkbaar om dat het in ieder geval meer is dan de wettelijk verplichting van 2 meter vanaf de erfgrens voor inkijk vanuit ramen en balkons.
De gemeente negeert in deze stelselmatig belangen m.b.t. milieu, licht en privacy van omwonenden en laat (te) veel op de zienswijze aankomen. Dat zal in een vervolgtraject wellicht wat onverstandig blijken want het burgelijk wetboek in Boek 5 Artikel 37 zegt ook over onrechtmatige hinder: "De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun."
Wordt ongetwijfeld vervolgd.