Begin deze maand besloot Minister Stientje van Veldhoven dat de invoering van de nieuwe Omgevingswet per 1 januari 2021 opnieuw wordt uitgesteld. De gemeenten, provincies en waterschappen zijn er domweg gewoon niet klaar voor. Dat is op zich al raar want, niet alleen zou de wet eigenlijk al in 2018 worden ingevoerd maar de omgevingswet moet er onder andere voor zorgen dat de vergunningsverlening vele malen eenvoudiger wordt. Er worden immers 26 wetten, 60 algemene maatregelen van bestuur en 75 ministriƫle regelingen samengenomen in 1 wet met 4 algemene maatregelen van bestuur en 1 omgevingsregeling.

Niet alleen de extra belasting van de overheid als gevolg van de corona-crisis is debet aan de vertraging, maar vooral de problemen met ICT krijgen de schuld. Niet de eerste keer dat de overheid zich verslikt in ICT trouwens. Deze wetswijziging is een van de grootste sinds 1848, maar je zou toch zeggen dat er inmiddels tijd genoeg is geweest om voldoende voorbereidingen te treffen.

 

Een uiterst belangrijke pijler van de nieuwe wet betreft de burger-participatie. Zowel initiatiefnemer, overheid als de burger zelf krijgen een andere rol en verantwoordelijkheid bij met name buitenplanse omgevingsactiviteiten (= afwijkingen van bestemmingsplan).

Een bestuursrechter alsmede de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zal ondanks het uitstel echter gewoon verder gaan op de weg van de ontwikkeling van de jurisprudentie t.a.v. het omgevingsrecht. De nieuwe wet komt er immers niet voor niets. Het is een gevolg van ontwikkelingen in de maatschappij en ontwikkeling van de rol van de overheid.

In het geval van Stationsplein 13 zal de participatie van de omwonenden bij de bestuursrechter dan ook een belangrijke rol gaan spelen. Er zullen zeker 5 zaken worden getoetst:

  • Heeft de initiatiefnemer de omwonenden op een voldoende wijze betrokken bij de planvorming en
  • op welke wijze zijn de opmerkingen van de omwonenden verwerkt in het voorstel ?
  • Heeft de gemeente burgerparticipatie (anders dan de formele zienswijze procedure) voldoende gefaciliteerd en
  • heeft de gemeente in de definitieve vergunning voldoende gemotiveerd waarom het voorstel moet afwijken van het bestemmingsplan ?
  • Hebben de omwonenden zelf voldoende initiatief en bereidheid getoond om hun betrokkenheid bij het planvormingsproces vorm te geven ?

Zo te zien wordt het dan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 5 - 0 voor de omwonenden van Stationsplein 13.

We wachten vooralsnog de definitieve vergunning af.

Blijf gezond.

 

Het huidige plan: een grote flat met horeca en een particulier parkeerterrein