Veiligheid
De Ruimtelijke Onderbouwing gaat in paragraaf 4.5 ook in op Externe Veiligheid maar zegt dat er niets aan gedaan hoeft te worden omdat ". . . het aantal personen neemt niet toe ten opzichte van het aantal personen dat nu reeds gebruik kan en mag maken van het gebouw, conform de bestaande bestemming. Het groepsrisico neemt derhalve ook niet toe. . . ". Ook dit is wederom onjuist. Het bestemmingsplan staat 1 bovenwoning toe dus een flat met 6 voordeuren is een toename van 500% m.b.t. permanente bewoning. Daar komt nog bij het personeel van de forse horeca en haar gasten overdag en 's avonds. Bovendien wordt in het Jaarplan Integrale Veiligheid 2018 de Betuwelijn juist genoemd als een gebied met een verhoogd risiko-profiel.
Erger is dat deze paragraaf in het RO met geen woord rept over de veiligheid van de omgeving als gevolg van dit pand en de horeca. Ook daar gaat het Jaarplan van de gemeente Zevenaar uitvoerig op in en het is dus op zijn minst verbazend dat de sociale veiligheid van de omgeving door zowel initiatiefnemer als gemeente volstrekt wordt genegeerd bij dit vergunningsontwerp.
Horeca beïnvloedt de immers veiligheid van de omgeving in sterke mate. Niet voor niets waarschuwt de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) haar leden voor de risico’s en stelt dat er moet worden samengewerkt met een gemeente en politie voor criminaliteitspreventie en andere maatregelen. Ook van toepassing voor Zevenaar zijn een horeca-convenant Veilig Uitgaan Zevenaar 2018 - 2019 en een Algemene Plaatselijke Verordening 2018 gemeente Zevenaar waar ook bepalingen zijn opgenomen t.a.v. horeca.
Uit het bovenstaande en genoemde verwijzingen blijkt dat veiligheid rondom horeca een bekend risico is waarvoor maatregelen moeten worden getroffen. Er wordt in de RO niet eens aan deze documenten gerefereerd en evenmin blijkt uit de stukken dat er überhaupt is nagedacht over maatregelen die de veiligheid als gevolg van de komst van flinke horeca in een woonwijk moeten borgen.
Overigens worden het Stationsplein, Stationsstraat en van Gimbornstraat in deze documenten niet genoemd als behorend bij het risico gebied m.b.t. horeca-centrum Zevenaar en dat zou derhalve eventueel eerst met goedkeuring door de gemeenteraad moeten worden aan-gepast. Niet voor niets heeft de politie in het verleden er op aangedrongen dat horeca beter gecentreerd moest worden in Zevenaar en de gemeente Zevenaar heeft dat ook als beleid precies zo gedefinieerd in haar Centrumvisie Zevenaar 2015-2030 aangevuld met argumenten over de combinatie winkelen/horeca. Ook m.b.t. dit laatste is in dit geval geen enkele sprake.
Bestemmingsplan 3: Maatvoering
Een 3 verdiepingen hoog flatgebouw horeca past niet in deze omgeving. In het hele centrumgebied zijn vrijwel alle woonhuizen en zelfs winkelpanden conform de typische Zevenaarse bouw: 1 of 2 woonlagen met daar bovenop een schuine kap, een goothoogte van ca. 6 meter en een nokhoogte van 9 a 10. Alle huizen aan het Stationsplein hebben deze maatvoering. In het woonblok waar Stationsplein 13 zich bevindt, zijn de maten van de andere panden zelfs nog meer beperkt. Lage huizen met een maximale hoogte van 4 meter en de direct aan Stationsplein 13 aanpalende panden met een beperkt hellend dak voor isolatie en waterafvoer en een hoogte van ca 6 meter. De tekening laat het grote verschil zien tussen het naastgelegen dubbel woonhuis en de geplande flat, ruim 21 meter breed (zelfs ca. 24 meter inclusief de schuurtjes), ruim 14 meter diep en exclusief schoorstenen op 4 cm na 10 meter hoog.
Een fors flatgebouw van 3 verdiepingen met straks ook nog extra hoge kookgas-afvoerkanalen kan op geen enkele manier stedenbouwkundig op deze plaats passen. Ook niet met omschrijvingen uit de RO zoals "hoekelement", "scharnierpunt", "visueel eikpunt of "visueel element in de grote ruimte van het Stationsplein". Prachtige poëzie voor architecten maar er is op geen enkele manier onderbouwd of aannemelijk gemaakt dat "in een groen villawijkje" (een citaat uit het Bestemmingplan) een flatgebouw moet komen.
De Ruimtelijke Onderbouwing wil ons laten geloven: "Aansluitende woonbebouwing bestaat in hoofdzaak eveneens uit 2 lagen en een kap." Dit is een apert onjuiste kenschets en vrij bizar dat iemand dat zo kan opschrijven. De "aansluitende bebouwing" in hetzelfde woonblok is allemaal 1 of 2 lagen zonder kap. Wordt er gerefereerd aan de bebouwing aan het stationsplein zelf, dan is de bebouwing aldaar inderdaad 2 lagen + kap echter, het beoogde pand is dat zelf dus niet! Dat wordt immers 3 lagen zonder kap. Verbijsterend.
Dat ook nog het bebouwings-percentage wat formeel staat op 80% van maximaal 4 meter hoog (1 verdieping met plat dak) nu fors wordt opgerekt is misplaatst en vanuit historisch perspectief misbruik van de regels. Deze oude bebouwing is in de praktijk zelfs nooit hoger geweest dan ca. 3 meter. De flat wordt met een vloeroppervlak van ca 300 m2 alleen al voor het hoge gedeelte ruim 2.5 maal zo groot als het oude centrale pand.
Milieu 4: Geluid
In de Ruimtelijke Onderbouwing wordt gesproken over "horeca met achtergrondmuziek". Het is onduidelijk of die muziek ook op het geplande terras ten gehore wordt gebracht of dat 's zomers de terrasdeuren voortdurend openstaan zodat de muziek ook "naar buiten kan". Het is bovendien een groot verschil of horeca met muziek in een geconcentreerd uitgaansgebied ligt zoals op de Markt dan wel in een woonwijk.
Opmerkelijk is dat het terras wordt beschouwd als randvoorwaardelijk voor het succes van de horeca want er is in de RO gesteld: "Ook is een terras opgenomen om de leefbaarheid op het plein te vergroten en om het plan financieel haalbaar te krijgen.". Het 1e deel van de zin is niet veel meer dan een poëtische en onbegrijpelijke stemmingmaker maar het 2e deel zegt eigenlijk dat blijkbaar het plan niet houdbaar is zonder terras. M.a.w., er zal alles aan gedaan worden om van het terras een vol-bezette eye-catcher te maken.
En daarmee wordt dan een absoluut onaanvaardbare situatie gecreéerd in een verder rustige woonwijk. Argumenten dat treinen meer lawaai maken zijn niet valide omdat ten eerste dat lawaai steeds maar zeer kort is en bovendien door de Betuwelijn-tunnel en de electrificatie van treinen het totale geluidsniveau al aanmerkelijk minder is dan jaren geleden. Omwonenden beschouwen het ook niet meer als hinderlijk.
Wat wel hinderlijk is, is wanneer er mogelijk van 06:00 tot 22:00 een vol terras met pratende mensen en voorturend muziek-getingel in een woonwijk komt.
Daar komt nog bij dat de RO al marchandeerd met de afstand van het geplande pand en het dichtstbijzijnde woonhuis. Het is geen 10 meter zoals het RO stelt maar ca. 6. Een onbegrijpelijke misser want het zet dit punt alleen maar verder op scherp.
Wat ook nog opvalt dat in de RO wordt gesteld dat de gemeente een extra vergunning moet afgeven voor het verhogen van de geluidsnorm voor de toekomstige inwoners van dit pand. En bovendien worden allerlei maatregelen getroffen om het geluid binnenshuis op een aanvaardbaar niveau te krijgen. Dus én norm omhoog én maatregelen. Uit het akoustisch onderzoek van Groenewold blijkt ook dat voor de eigen bewoners van het pand wel degelijk rekening wordt gehouden met extra overlast van de horeca.
Bovengenoemd onderzoek is v.w.b. de overlast voor de omgeving onterecht mild. De aannames zijn in tegenspraak met de ambitie t.a.v. het terras en bovendien wordt er geen onderscheid gemaakt tussen dag- en avond-horeca. Geluidsnormen zijn b.v. anders voor 7:00 - 19:00 dan voor 19:00 - 22:00. Alleen daarom al is het geen goede Ruimtelijke Ordening en kan de gemeente dus geen vergunning afgegeven voor horeca. Zie hiervoor ook het onderzoek wat is gedaan door Erik Willighagen, 2016.
Overigens, ook de Raad van State concludeert in verschillende gevallen dat een gemeente vooraf grenzen moet vaststellen voor het (laten) opstellen van plannen en het niet aan mag laten komen op correcties achteraf (b.v. als gevolg van een zienswijze procedure).
Bovendien gaat de Algemene Plaatselijke Verordening Zevenaar (APV) in de artikelen 4.1 t/m 4.6 uitvoerig in op geluidshinder van horeca en verbiedt dat m.u.v. speciale evenementen of bijzondere ontheffing. Saillant detail, het woord geluid komt in de APV wel liefst 107 keer voor dus is het blijkbaar belangrijk.
Kortom, ook dit onderwerp in de RO moet helemaal over.
Pagina 16 van 19