In haar antwoord op de vragen van D66 Peter Pollmann stelt de gemeente dat ze met het gewijzigde plan de omwonenden "... (zo veel als mogelijk) tegemoet ..." is gekomen. De horeca is verkleind, het aantal flats ging van 6 naar 7 en het aantal parkeerplaatsen van 9 naar 12. Ook blijkt uit de laatste Ruimtelijke Onderbouwing dat er nu inpandig een afvalopslagruimte is ingetekend.

Het is begrijpelijk dat de gemeente wil laten voorkomen dat zij haar best heeft gedaan om het plan ten gunste van de buurt te verbeteren. Het is alleen jammer dat het helemaal geen tegemoetkomingen zijn. We hebben om geen enkele van deze wijzigingen gevraagd.

Het oorspronkelijk geplande aantal van 9 parkeerplaatsen was volgens het recente Paraplubestemmingsplan Parkeren echt significant te weinig. Er zouden  volgens de eigen gemeentelijke regels minimaal 17 parkeerplaatsen moeten komen of zelfs nog meer afhankelijk van het type horeca. De enige oplossing was blijkbaar dat de horeca fors verkleind diende te worden om zo tot een aanvaardbare berekening van het aantal parkeerplaatsen te komen. Omwonenden hebben daar niet om gevraagd. We willen immers helemaal geen horeca, geen grote en geen kleine. Dat mag ook helemaal niet volgens het bestemmingsplan. We hebben alleen de gemeente gewezen op een ernstige fout in het plan wat nu deels is gecorrigeerd. Helaas was ook de nieuwe berekening niet correct.

We hebben evenmin gevraagd om het aantal voordeuren nog verder op te voeren. Het huidige bestemmingsplan geeft 1 voordeur aan + 1 voor een publieke functie. Om meerdere met name milieu gerelateerde redenen vindt de buurt 6 + 1 al veel te veel, laat staan 7 + 1. Ook hier is dus geen enkele sprake van een tegemoetkoming.

In een eerder stadum hebben we de gemeente al gewezen op het totale gebrek aan opslagmogelijkheden van afval van de in het oorspronkelijk plan aanwezige 6 flats + horeca. Vrijwel alle grond bleek immers al bezet door gebouw + parkeerplaatsen + terras. 18 kliko's + nog minimaal 1 extra grote container voor de horeca nemen een forse ruimte in. Ook deze misser heeft de initiatiefnemer logischerwijs moeten herstellen door het realiseren van een inpandige opslag. Dit was dus evenmin een tegemoetkoming maar gewoon een forse ontwerpfout. Het is niet aan ons om dat soort fouten te vinden. Dat moeten gemeente en inititatiefnemers zelf doen.

Tel nog op dat onze 2 grootste bezwaren de gigantische 3-laagse omvang van het gebouw en de zelfstandige horeca zijn (alle andere aspecten zijn immers een direct gevolg van beide), dan blijft er niets over van ".. zoveel als mogelijk tegemoetgekomen .."

Kortom, ook op dit punt loopt de gemeente vlak langs de lijnen van "alternatieve feiten". Wederom jammer.

 

De schriftelijke vragen van D66 Peter Pollmann werden weliswaar uiteindelijk beantwoord maar daar bleef toch nogal wat licht tussen zitten. Voor de gemeenteraad van 25 november 2020 heeft D66 dan ook aanvullende vragen gesteld ter mondelinge beantwoording. Wethouder Hans Winters deed zijn best maar bleef toch een beetje procedureel steken. Zie ook agenda bundel en video (vanaf ~55:05).

Peter Pollmann was er terecht nog niet gerust op. De antwoorden klonken ook ons inziens procedureel en niet compleet dan wel niet concreet genoeg. Peter Pollmann vergeleek in 2e termijn de procedure met de "afhandeling" van burgers in zake de aardbevingen in Groningen. De overheid kiest blijkbaar bij voorkeur voor "welvaart boven welzijn". 

Slechts enkele uren voor de vergadering werd bekend dat de gemeente met omwonenden en initiatiefnemer om de tafel wil. Gezien de standpunten in de schriftelijke beantwoording en de mondelinge toelichting van Wethouder Winters, lijkt de gemeente wat onwrikbaar maar het is in ieder geval een poging tot face-to-face communicatie met alle partijen. Voor het eerst in bijna 3 jaar! Althans, we gaan er van uit dat het nu eindelijk echt over het plan/ontwerp zelf zal gaan en dus over onze bezwaren, noodzakelijke aanpassingen en alternatieven. Als het alleen een procedurele "zet" blijkt te zijn, leidt het tot niets.

We zullen het zien. Vooralsnog zijn we hoopvol gestemd.

 

Met “alternatieve feiten” gaat het soms maar over kleine dingen die desalniettemin de wenkbrauwen fors laten fronsen. Vraag 4 van D66 Peter Pollmann gaat in op de vele fouten, personeelswisselingen en vertragingen in de procedure rondom Stationsplein 13. Niet onbelangrijk want juist dat kost ook de belanghebbende omwonenden veel tijd en geld.

In het antwoord stelt de gemeente b.v. dat er een jaar heeft gezeten tussen de voorlopige en definitieve VVGB omdat er o.a. een stikstof-onderzoek moest worden gedaan. Dat is maar half waar, niet het antwoord op de vraag en bovendien niet zo relevant. De 1e zienswijzenprocedure met als start de ter-inzage-legging van het ontwerpbesluit op 15 juni 2018 moest worden afgebroken omdat de VVGB er helemaal niet was en daarmee werd de hele procedure ongeldig. Het heeft vervolgens al ruim een half jaar geduurd voordat het ontwerp VVGB op 27 februari 2019 in de gemeenteraad werd besproken.

De start van de 2e zienswijzenprocedure was met de 2e ter-inzage-legging op 2 mei 2019, bijna het in vraag 4 bedoelde jaar later. Intussen liep dat stikstof-onderzoek blijkbaar al wel (want de wetgeving wijzigde op 29 mei 2019) en kreeg als stempel 2 oktober 2019. De gemeenteraad keurde de definitieve VVGB uiteindelijk goed op 18 december 2019, een maand nadat de (uitgestelde) zienswijzen-nota van de gemeente was gepubliceerd.

De vergunning werd uiteindelijk o.a. voorlopig geschorst omdat de definitieve VVGB helemaal niet bij de stukken voor de rechtbank zat op 1 september j.l. 

Intussen is het bijna Kerstmis 2020. Dat is 2 1/2 jaar na de start van de 1e zienswijzenprocedure en 5 jaar na het initiële besluit van het college van B&W om voorlopig goedkeuring te geven aan het plan. De gemeente wil dan al niet praten over de inhoud maar de procedure is ook verre van onder controle. Ze veegt dan ook nog het eigen straatje schoon met “… er een paar publicatiefouten zijn gemaakt …”.

Ontbrekende VVGB, ontbrekende belangenafweging, ontbrekende bezonning/privacy maatregelen, verkeerde/niet aangepaste/niet aanwezige documenten bij publicaties, verkeerde tellingen, niet tijdige milieu onderzoeken, inconsistenties in de Ruimtelijke Onderbouwing, gemiste oplossing van afval opslag/afhandeling, niet nakomen van afspraken, voortdurend wisselen van RO-ambtenaren, bewust of onbewust vragen verkeerd interpreteren en dus geen antwoord geven, onderwerpen uit de RO/vergunning halen voor "latere beoordeling na een aparte aanvraag" en dan zijn we er nog wel "een paar" vergeten.

Afzonderlijk lijken het allemaal maar minder belangrijke dingen maar de stapel is hoog en de zweem van “alternatieve feiten” blijft ook hier weer hangen. Niet goed voor het  vertrouwen van de de burger in het openbaar bestuur.

Wordt vervolgd.

Het gemeentelijk antwoord op de vragen van D66 Peter Pollmann van 1 oktober j.l. stelt dat: “Het college en de initiatiefnemer zijn in gesprek gegaan met omwonenden zowel in pre-fase van de aanvraag als in de officiële procedure”. 

Wat de gemeente hier precies mee bedoelt is onduidelijk maar de suggestie wordt gewekt dat de gemeente initiatief heeft genomen (“… zijn in gesprek gegaan met omwonenden …”). Bovendien wordt door de lijst met “contactmomenten” de indruk neergelegd dat er uitvoerig inhoudelijk over het plan is gesproken. 

Wat uit onze eigen uitvoerige verslaglegging van deze contacten echter blijkt, is dat de gemeente tot op de dag van vandaag geen enkel (0) initiatief heeft genomen voor een gesprek met omwonenden en ze bovendien meerdere malen expliciet heeft aangegeven niet met omwonenden over het plan te willen praten. Kenmerkend zijn de opmerkingen van Wethouder Hans Winters op 15 april 2018: “Jullie moeten dat met de initiatiefnemer bespreken … “Wij willen niet over de inhoud praten anders dan via de zienswijze-procedure” … “En als we het niet eens worden, zie ik je in de rechtszaal.”. 

En op 30 april 2018 tijdens het vervolggesprek zegt Winters: “Ik ben hier alleen om te faciliteren”

RO-ambtenaar Gijsbert Voerman op 20 december 2018 doet snel zijn handen op de rug als we een A4’tje met onze standpunten willen geven: “Ik ben niet van de inhoud, ik ben alleen om jullie de procedure uit te leggen.”

 

De familie Kaplan heeft precies 1 keer een bijeenkomst belegd, op 2 februari 2018 om het plan uit de doeken te doen. De verslaglegging bleek achteraf onvolledig en voldeed dus niet. Er worden alleen standpunten herhaald, er zijn vragen “vergeten”, bezwaren worden weggewuifd met “Wij hebben er ervaring mee”. De meest opmerkelijke opmerking is wel n.a.v ons bezwaar tegen massaliteit beoogde pand met de 3 vierkante woonlagen. Samengevat: “... 2 lagen met schuine kap is normaal in Nederland alleen wordt hier de schuine kap vervangen door een 3e doorgaande laag …”. Heel bijzonder.

We hebben de familie Kaplan destijds direct uitgenodigd voor een echt perspectief vanuit onze huiskamers en tuinen. Dat bezoek heeft plaatsgevonden op 12 februari 2018 en werd al snel weer beëindigd met: “We veranderen helemaal niets. Anders maken we niet genoeg winst.”.

 

Wat er met de “pre-fase” wordt bedoeld is eveneens volstrekt onbegrijpelijk. Het is in ieder geval duidelijk dat vóór 22 december 2015 (besluit college om medewerking te verlenen aan het bouwplan) er geen enkel contact met omwonenden is geweest en evenmin in de volledige 2 jaren daarna toen het plan blijkbaar verder werd uitgewerkt in samenwerking tussen gemeente en Kaplan.

Wel hebben omwonenden tijdens het verloop van de “procedure” vanaf 2 februari 2018 (presentatie Kaplan) inderdaad meerdere malen de kans gegrepen om openbare zittingen bij te wonen, brieven te schijven, met burgemeesters te praten, zienswijzen in te dienen en zo mogelijk te spreken voor de commissie Ruimte. Van inhoudelijk en wederzijds overleg was echter nimmer sprake. 

Bijzonder is dan ook vooral de vermelding in het gemeentelijk antwoord aan D66 van de vergadering van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit op 1 oktober 2019. Ook die commissievergaderingen zijn openbaar dus we hadden onszelf tot grote verbazing van de commissie uitgenodigd. Dat was blijkbaar nog niet vaak voorgekomen. We mochten er bij zitten maar niets zeggen. De architect van Kaplan liet het aangepast plan zien en besloot de presentatie met een veelzeggende blik op ons: “Zo, en nu moet het maar eens afgelopen zijn. Het heeft al veel te lang geduurd.”. De commissie besloot het item met de conclusie: “We vinden het ook wel mooi zo”.

Uit het bovenstaande blijkt dat de datums in de opsomming van “contactmomenten” weliswaar kloppen maar dat de bijgaande suggestie van “… in gesprek gegaan …” wel heel dicht langs het lijntje van de waarheid loopt. Wij vinden het een poging om, vermoedelijk met juridisch bedoelingen, de geschiedenis te herschrijven. Wij noemen het verhaal dan ook een relaas met veel “alternatieve feiten”. 

Wordt vervolgd.